Gemeentelijke herindeling schaadt lokale en nationale democratie

Gemeentelijke herindelingen verlagen de opkomst bij gemeenteraads- èn Tweede
Kamerverkiezingen. Dit effect is structureel: vijf verkiezingen na herindeling is het effect nog niet
verminderd.

Na herindeling zijn er in een gemeente meer mensen die mogen stemmen. De invloed van een
enkele stem wordt daardoor kleiner. Maar dit kan de uitkomsten niet verklaren, want de opkomst
daalt niet sterker naarmate er bij een herindeling meer gemeenten betrokken zijn. Twee andere
theorieën kunnen dat wel. De eerste voorspelt dat de sociale norm om te stemmen verzwakt
naarmate gemeenten groter worden - ook voor verkiezingen voor andere bestuurslagen zoals de
Tweede Kamer. De tweede voorspelt dat de toegenomen afstand tussen burgers en politiek de
opkomst bij gemeenteraadsverkiezingen verlaagt. De uitkomsten ondersteunen beide theorieën.

Dit geeft aanknopingspunten voor beleidsmakers. Ten eerste moeten herindelingen niet alleen
economisch maar ook vanuit sociaal oogpunt kloppen. Zo wordt voorkomen dat herindelingen lokale
gemeenschappen, en de bijbehorende normen, teveel verstoren. Ook zullen herindelingsgemeenten
zich moeten inzetten voor het verkleinen van de afstand tussen burgers en politiek. Bijvoorbeeld
middels dorpsraden, en het actief betrekken van inwoners uit alle delen van de gemeente. Dit
gebeurt echter vaak al, en het is de vraag hoeveel winst hier nog te behalen valt.

De meer fundamentele vraag is of herindelingen, en de decentralisaties die daarvoor een drijvende
kracht vormen, wel zo wenselijk zijn. Als het doel van decentralisaties meer lokaal maatwerk is, maar
het resultaat grotere gemeenten met minder democratische participatie is, wat levert dit dan op?

Lees hier het artikel op Me Judice. Het volledige onderzoek (engelstalig) is hier te vinden.

8 maart 2021