Meer taken naar lokale overheid, maar hun aandeel in totale uitgaven stijgt niet

Uit nieuwe cijfers blijkt dat de Nederlandse overheidsuitgaven, ondanks decennia van decentralisatiebeleid, sinds 1996 niet minder centraal zijn geworden. Dit onderzoek van Maarten Allers en Klaartje Peters verschijnt vandaag in het vakblad ESB.

Dat dit nooit eerder was uitgezocht komt door een complicatie in de beschikbare CBS-cijfers. De uitgaven van de afzonderlijke overheden tellen namelijk op tot ver boven de honderd procent van het totaal. Dat komt door dubbeltellingen. Om een beter beeld te krijgen zijn de uitgaven daar nu voor het eerst voor gezuiverd.

Opvallend is dat het gemeentelijke aandeel in de overheidsuitgaven in 2015, het jaar van de grote decentralisaties in het sociale domein, maar beperkt toeneemt. De rijksuitgaven dalen door deze taakoverdrachten bovendien niet, maar blijven op peil.

Ook is Nederland als geheel niet minder centraal geworden. In 1996 waren de uitgavenaandelen van de centrale overheid en de lokale overheid ongeveer even groot. Dat is de jaren daarna nooit veranderd.

De onderzoekers geven twee mogelijke verklaringen voor deze onverwachte uitkomsten. In de eerste plaats waren er naast decentralisaties ook centralisaties, zoals bij de politie, en zijn de uitgaven aan de overgedragen taken niet hoog vergeleken met de totale overheidsuitgaven. In de tweede plaats komt bij decentralisaties vaak ook minder geld mee dan er eerst aan werd besteed.

Het artikel vindt u hier. De onderliggende cijfers zijn hier te downloaden.

Maarten Allers en Klaartje Peters, Decentralisatiebeleid van de overheid niet in uitgaven terug te zien, ESB, 2019.

25 juli 2019