Gemeenten ontvangen 39 miljard euro via 107 verschillende uitkeringen

Gemeenten ontvangen van het rijk 39 miljard euro via 107 verschillende uitkeringen. Ruim 8 miljard euro komt binnen via specifieke uitkeringen (geoormerkt voor bepaalde uitgaven) en 31 miljard euro via het gemeentefonds (in principe vrij besteedbaar). De algemene uitkering is met €25 miljard de grootste gemeentefondsuitkering. Daarnaast worden via het gemeentefonds nog 77 kleinere uitkeringen verstrekt, soms maar aan één enkele gemeente. Het totaalbedrag aan uitkeringen is het hoogst voor Vlissingen: 3.998 euro per inwoner.

Dat blijkt uit de Atlas Rijksuitkeringen aan gemeenten 2019 die vandaag verschenen is. Het persbericht vindt u hier.

Bekijk hier de kaart met de hoogte van de uitkeringen per gemeente.

21 december 2020

Meebesturen gemeente kost partij stemmen - maar de ene meer dan de andere

SP zwaar gestraft; CU en SGP winnen juist als ze wethouders leveren

Politieke partijen die wethouders leveren om een gemeente te besturen verliezen gemiddeld 5
procent van hun raadszetels wanneer er opnieuw verkiezingen zijn. Het zetelverlies hangt onder
meer af van de partij en van het aantal partijen in het college. Dit blijkt uit onderzoek van COELO op
basis van verkiezingsuitslagen in de periode 1990-2018.

Een partij die in een coalitie stapt zal compromissen moeten sluiten. Kiezers lijken daar vaak negatief
op te reageren. Niet alle partijen blijken echter nadeel te hebben van collegedeelname: CU en SGP
winnen dan juist zetels, en voor de PvdA vinden we geen effect. Bij CDA en VVD zien we een beperkt
verlies; lokale partijen, D66 en GL verliezen al meer en de SP wordt zwaar afgestraft als die partij
wethouders levert.

Er is geen trend in de gevolgen van meebesturen: kiezers reageren anno 2018 niet negatiever op
collegedeelname dan een kwart eeuw geleden.

Opvallend is dat collegepartijen alleen worden gestraft wanneer er maximaal drie partijen aan het
college deelnemen. Zitten er meer partijen in het college, dan leiden die geen zetelverlies. Wellicht is
het voor teleurgestelde kiezers dan moeilijker om bepaalde partijen de schuld te geven van
tegenvallende resultaten.

Verder blijkt dat verlies aan zetels na collegedeelname alleen optreedt als een partij minder dan vier
collegetermijnen in het college heeft gezeten. Als een partij voor een vierde termijn (of langer) in het
college zit zijn er geen negatieve electorale gevolgen meer.

Ook als een partij landelijk meeregeert is er zetelverlies bij gemeenteraadsverkiezingen. Kennelijk
worden lokale kandidaten afgerekend door kiezers die teleurgesteld zijn in hun landelijke collega’s.
Of een partij al dan niet in het kabinet zit heeft echter geen effect op het verlies van een partij als
gevolg van collegedeelname.

De langjarige aanpak van dit onderzoek en de grote variatie in lokale kenmerken van partijen maakte
het mogelijk om de invloed van allerlei andere factoren op verkiezingsuitkomsten weg te filteren.
Wanneer wij bijvoorbeeld zeggen dat CU en SGP na collegedeelname geen zetels verliezen maar juist
winnen, dan komt dat bijvoorbeeld niet doordat deze partijen vaak klein zijn. Met de grootte van
partijen, en met andere kenmerken, wordt namelijk al rekening gehouden.

Het onderzoeksrapport is hier te downloaden.

Dit onderzoek werd bekostigd door het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.

18 december 2020

Ozb verschuift niet van woningen naar bedrijven

Voor de meeste gemeenten is de onroerendezaakbelasting (ozb) de belangrijkste belasting. De belasting wordt opgelegd aan eigenaren van woningen en eigenaren en gebruikers van niet-woningen, meestal bedrijfspanden. Elke gemeente heeft dus drie ozb-tarieven. Bij ondernemers bestaat veelal het beeld dat de ozb voor bedrijven sterker stijgt dan de ozb voor woningen. Dit blijkt niet zo te zijn. U vindt het ESB-artikel hier en hier.

 

9 september 2020

Tarief onroerendezaakbelasting daalt als huizenprijs stijgt

De bekendste gemeentelijke belasting is de onroerendezaakbelasting (ozb). De grondslag is de woz-waarde. Deze wordt ieder jaar opnieuw bepaald. De afgelopen jaren is vooral de waarde van woningen sterk gestegen. Belastingbetalers zijn vaak bang dat een hogere woz-waarde leidt tot een evenredig grote stijging van de betaalde ozb. Volgens gemeenten is dit niet het geval omdat ozb-tarieven worden vastgesteld door de gewenste opbrengst te delen door de belastinggrondslag. Een hogere woz-waarde betekent bij gelijkblijvende opbrengst dan een lager tarief. In een artikel dat vandaag verschijnt in ESB blijkt dat dit klopt. U vindt het artikel hier en hier.

12 mei 2020

Atlas van de lokale lasten 2020

Een huishouden met een eigen woning betaalt dit jaar gemiddeld 776 euro aan de gemeente. Dat is 5,0 procent meer dan vorig jaar. Er gaat 295 euro naar de ozb, 283 euro naar de afvalstoffenheffing en 199 euro naar de rioolheffing

Huurders betalen gemiddeld 389 euro aan de gemeente. Dit bedrag is lager omdat huurders vaak geen ozb betalen. Zij betalen afvalstoffenheffing (gemiddelden 283 euro). In een deel van de gemeenten ook rioolheffing (106 euro). Dit blijkt uit de Atlas van de Lokale Lasten die vandaag verschijnt.

Met de Lokale Lasten Calculator kunt u zelf uw woonlasten berekenen.

De Atlas van de lokale lasten kan hier worden besteld en hier worden gedownload. Het persbericht vindt u hier. U kunt ook de tarieven per gemeente, provincie of waterschap bekijken.

Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Corine Hoeben, 050-3633766