Gemeentelijke samenwerking groeit niet meer

Het aandeel van de gemeentelijke uitgaven dat via samenwerking verloopt is voor de gemiddelde gemeente in de afgelopen 15 jaar bijna verdrievoudigd van 8 naar 22 procent. Deze groei is geconcentreerd in de periode voor 2015 en komt vooral door decentralisaties in het sociale domein. In 2020 is het sociale domein goed voor 56 procent van alle uitgaven via gemeentelijke samenwerking. In 2005 was dat nog 35 procent.

Sinds 2015 is de groei eruit, maar nieuwe decentralisaties kunnen de samenwerking op andere terreinen de komende jaren weer versterken. Van gemeenten wordt verwacht dat zij gaan bijdragen aan het bereiken van landelijke overheidsdoelen op terreinen als klimaatadaptatie, energietransitie, digitale transformatie, woningbouw enzovoort. Het valt te verwachten dat gemeenten ook hierbij de samenwerking zullen zoeken.

Lees het artikel in ESB.

11 november 2022

Gemeenten ontvangen 47 miljard euro via 175 verschillende rijksuitkeringen

Gemeenten ontvangen van het rijk 47 miljard euro via 175 verschillende uitkeringen. Bijna 13 miljard euro komt binnen via specifieke uitkeringen (geoormerkt voor bepaalde uitgaven) en 37 miljard euro via het gemeentefonds (vrij besteedbaar). De algemene uitkering is met 29 miljard euro de grootste gemeentefondsuitkering. Het totaalbedrag aan uitkeringen is het hoogst voor Rotterdam (7.778 euro per inwoner) en het laagst voor Bloemendaal (1.179 euro per inwoner).

Naast de algemene uitkering worden via het gemeentefonds nog 55 kleinere uitkeringen verstrekt, soms maar aan één enkele gemeente. Het aantal specifieke uitkeringen is in twee jaar tijd sterk gestegen, van 29 in 2019 naar 119 in 2021. Dit valt deels te verklaren door een verschuiving van decentralisatie-uitkeringen, die onder het gemeentefonds vallen, naar specifieke uitkeringen. Het aantal decentralisatie-uitkeringen is in dezelfde periode gedaald van 93 (2019) naar 46 (2021).

Dat blijkt uit de Atlas Rijksuitkeringen aan gemeenten 2021 die vandaag verschenen is.

Bekijk hier de kaarten met de hoogte van de uitkeringen per gemeente.

9 november 2022

Verschil kosten bouwvergunning beperkt

Wie wil bouwen of verbouwen heeft vaak een vergunning nodig van de gemeente. Hiervoor betaalt de aanvrager leges. De tarieven verschillen per gemeente. In de ene gemeente betaal je daardoor voor hetzelfde project een hoger bedrag dan in de andere gemeente. In de media worden vaak de goedkoopste en duurste gemeenten vergeleken. Dat geeft een vertekend beeld. In dit artikel dat recent verscheen bij ESB blijkt dat de tarieven in de meeste gemeenten veel dichter bij elkaar liggen dan vaak wordt gedacht. In de Atlas van de lokale lasten die ieder jaar in het voorjaar verschijnt geven wij weer hoe hoog de kosten zijn van verschillende voorbeeld projecten. U vindt de betreffende informatie hier.

Symposium over gemeentelijke schaal

Op 29 september 2022 is COELO-directeur Maarten Allers een van de sprekers op een symposium over schaalvergroting bij gemeenten, en in het bijzonder over de wenselijkheid en de gevolgen daarvan. Wat is beter: herindeling of samenwerking? Neemt gemeentelijke samenwerking nog steeds toe, en zo ja, waar zit de groei? Waarom daalt de verkiezingsopkomst na herindeling en wat is daar aan te doen? Dit zijn maar enkele vragen die hier aan de orde kunnen komen.

Den Haag, 29 september 2022, 16:00-18:00 uur. Deelname is gratis, aanmelden kan hier.

29 augustus 2022

Sombere prognoses gemeentefinanciën

In het coalitieakkoord van het kabinet Rutte IV uit december 2021 zijn politieke keuzes gemaakt die de bestedingsruimte van gemeenten inperken. Opvallend is vooral dat de zogeheten opschalingskorting vanaf 2026 weer zal oplopen en dat de sinds 1994 bestaande praktijk om de groei van het gemeentefonds (“accres”) te koppelen aan de ontwikkeling van de rijksuitgaven slechts wordt voortgezet tot en met 2025. Voor latere jaren wordt het accres bevroren.


Wat dit voor gemeenten precies gaat betekenen is onduidelijk. In opdracht van de VNG heeft COELO prognoses gemaakt voor de bestedingsruimte van gemeenten voor de jaren 2022-2028. Hiervoor worden de verwachte inkomsten vergeleken met de verwachte uitgaven bij ongewijzigd gemeentelijk beleid. De prognoses zijn gemaakt voor twee scenario’s: met vastgezet accres na 2025 (coalitieakkoord) en met een groeiend accres (bestaande systematiek). Het saldo van netto uitgaven en algemene middelen geeft aan in hoeverre gemeenten bij ongewijzigd beleid kunnen rondkomen.


In het scenario met vastgezet accres is het saldo van netto uitgaven en algemene middelen vanaf 2026 negatief, oplopend tot -6,2 miljard in 2028 (zie figuur). In het scenario waarin de bestaande accressystematiek ook na 2025 wordt voortgezet (en waarin de rijksuitgaven lineair doorgroeien) blijft dit saldo positief (1 miljard in 2028). Verschillende factoren en ontwikkelingen die relevant zijn voor de financiële ruimte van gemeenten konden in dit onderzoek niet worden meegenomen. Gegeven die beperkingen zou het saldo van algemene middelen en netto uitgaven bij bestaand gemeentelijk beleid structureel een aanzienlijk overschot moeten kennen om gemeenten in staat te stellen te doen wat er van ze wordt verwacht. Daarvan is geen
sprake.


Download hier het rapport Financiële ruimte gemeenten 2022-2028

1 juli 2022