Onderzoek paragraaf lokale heffingen in begrotingen

Gemeenten moeten in hun begroting verplicht de paragraaf lokale heffingen opnemen. Hierin geeft de gemeente inzicht in de ontwikkeling van de gemeentelijke belastingen en heffingen. Gemeenten moeten in de paragraaf de volgende onderdelen opnemen:
1.    de geraamde inkomsten;
2.    het beleid ten aanzien van de lokale heffingen;
3.    een overzicht op hoofdlijnen van de diverse heffingen;
4.    een aanduiding van de lokale lastendruk;
5.    een beschrijving van het kwijtscheldingsbeleid.

Hoe en wat er precies bij ieder onderdeel wordt weergegeven, wordt grotendeels overgelaten aan de gemeenten. Een deel van de informatie (bijvoorbeeld de kostendekkendheid van heffingen en retributies) moet wel verplicht worden opgenomen.

COELO heeft geïnventariseerd welke invulling gemeenten geven aan de paragraaf lokale heffingen in 2021. Uit het onderzoek blijkt dat verplichte onderdelen of informatie niet altijd worden opgenomen. Tegelijk geldt dat gemeenten wel andere, niet verplichte gegevens opnemen die ook van belang zijn voor bijvoorbeeld raadsleden om de ontwikkeling van de gemeentelijke belastingen en heffingen te kunnen duiden. Het rapport geeft ook inzicht in best practices: voorbeelden hoe gemeenten op heldere, inzichtelijke wijze informatie over de gemeentelijke belastingen weergeven.

U vindt het rapport hier.

31 mei 2023

Samenwerking gemeenten verlaagt enkel en alleen de uitgaven voor belastinginning

Op 22 mei jl. promoveerde Tom de Greef op zijn onderzoek naar het effect van intergemeentelijke samenwerking op de uitgaven van gemeenten. Hij concludeert dat samenwerking de uitgaven van gemeenten niet verlaagt, ook niet voor de kleinste gemeenten. Daarop is één uitzondering: intergemeentelijke samenwerking voor lokale belastinginning verlaagt wél de uitgaven gerelateerd aan de uitvoering van die inning. Dat is dan weer niet het geval bij afvalinzameling of sociale dienstverlening.

Samenwerking bij lokale belastinginning kan resulteren in vergaande specialisatie van het personeel en het uitvoeringsproces. Automatisering van veel taken reduceert het aantal benodigde werknemers. Dit effect wordt sterker wanneer ook met waterschappen wordt samengewerkt want dan kunnen veel taken die voorheen dubbel werden uitgevoerd worden geïntegreerd.

Efficiencywinst door samenwerking bij sociale dienstverlening is moeilijker te bereiken. Dienstverlening kan wel professioneler worden door betere naleving van de wetgeving, maar het blijkt zeer moeilijk om het proces van mensen te leren kennen en hen te helpen veel verder op te schalen of te vervangen met automatisering. Pogingen om dit wel te bereiken resulteren juist in veel administratieve last voor het personeel omdat de noodzaak voor vergaande documentatie toeneemt. Politieke instabiliteit veroorzaakt door decentralisaties en andere verregaande wijzigingen maken het alleen maar moeilijker om een goed functionerende organisatie neer te zetten.

Lees het proefschrift hier.

23 mei 2023

Geen totaalbeeld kosten grondwaterbeheer

Door klimaatverandering stijgt het gebruik van grondwater. Dit leidt tot een lagere grondwaterstand en droogte. Er zijn verschillende overheden betrokken bij het grondwaterbeheer. Drinkwaterbedrijven zijn belangrijke onttrekkers. COELO heeft onderzocht wat de kosten van het grondwaterbeheer zijn. Hieruit blijkt dat er geen totaalbeeld kan worden gegeven van deze kosten. Het onderzoeksrapport vindt u hier.

13 april 2023

Uitkeringen aan gemeenten vaker incidenteel en laat aangekondigd

Gemeenten besteden stelselmatig meer dan ze begroten. In de coronajaren 2020 en 2021 kan dit deels worden verklaard door extra taken. Maar ook in de periode 2017-2019 ging het jaarlijks om 7 of 8 miljard euro meer, op een gerealiseerd lastentotaal van 64 tot 67 miljard euro. Ook het financiële resultaat valt stelselmatig positiever uit dan begroot. Gemeenten begroten in de periode 2017-2021 elk jaar gezamenlijk een tekort van meer dan een miljard euro, maar het resultaat valt aanzienlijk gunstiger uit. In 2021 bedroeg deze meevaller zelfs 3 miljard euro. Dit roept een beeld op van gemeenten die geld over hebben. Maar dat is voorbarig. Dat schrijft COELO-directeur Maarten Allers in een essay voor de Dag van de financiële verhoudingen 2023.

Een belangrijke oorzaak is dat rijksuitkeringen aan gemeenten, een belangrijke inkomstenbron, steeds meer op incidentele basis worden verstrekt. Dat maakt besteding lastig, want gemeenten zijn verplicht hun structurele lasten te dekken met structurele baten, niet met incidentele baten. En lasten zijn in principe allemaal structureel, tenzij het tegendeel bewezen wordt.

Daarnaast wordt een groot deel van deze rijksmiddelen pas aangekondigd nadat de gemeentelijke begrotingen al zijn opgesteld. Dan hebben gemeenten deze middelen dus niet in hun begroting meegenomen. Worden zij wel uitgegeven, dan liggen de lasten hoger begroot. Worden zij niet uitgegeven, dan valt het resultaat hoger uit dan begroot.

Zowel het aandeel incidenteel als het aandeel laat bekend lijkt de afgelopen jaren te zijn toegenomen. Voor decentralisatie-uitkeringen is dit in de figuur te zien. Het aandeel incidenteel daalt in de figuur na 2021, maar dat wordt gecompenseerd door een toename bij specifieke uitkeringen. Wegens gebrek aan betrouwbare gegevens kon een dergelijke figuur voor specifieke uitkeringen niet worden gemaakt.

Figuur. Aandeel van begroot bedrag aan decentralisatie-uitkeringen aan gemeenten dat incidenteel is, of niet is opgenomen in de rijksbegroting van het desbetreffende jaar (en dus laat bekend)



De begroting is een belangrijk instrument om beleidskeuzes vast te leggen. Om als effectief sturingsinstrument te dienen moeten de in de begroting opgenomen bedragen wel voldoende voorspellende waarde hebben voor wat er in een jaar feitelijk wordt ontvangen en besteed. Dat is nu onvoldoende. Het meer voorspelbaar en meer structureel maken van rijksuitkeringen aan gemeenten (en provincies) kan dit bevorderen. Het Rijk werkt momenteel aan een nieuw bekostigingssysteem dat vanaf 2026 moet gaan werken. Wellicht kan dit daarin worden meegenomen.

U kunt het essay hier downloaden. 

12 april 2023

Atlas van de lokale lasten 2023

In 2023 betalen toeristen gemiddeld maar liefst 11,7 procent meer aan toeristenbelasting dan in 2022. Net als vorig jaar heft 89 procent van de gemeenten een toeristenbelasting. De hondenbelasting daalt juist, met bijna 15 procent. Maar liefst 17 procent van de gemeenten die in 2022 nog hondenbelasting kenden schaft deze belasting nu af.

De atlas laat ook zien hoeveel huishoudens betalen aan gemeente, provincie en waterschap. Een huishouden met een eigen woning betaalt dit jaar gemiddeld 1.562 euro, 5,4 procent (80 euro) meer dan vorig jaar. Hiervan gaat 944 euro naar de gemeente, 193 euro naar de provincie en 424 euro naar het waterschap. De lasten variëren van 1.203 euro in Tilburg tot 2.567 euro in Bloemendaal.

De Atlas laat de ontwikkeling zien van gemeentelijke, provinciale en waterschapsbelastingen en is geheel interactief online in te zien. Op de website staat ook een de Lokale lasten calculator waarmee iedereen heel eenvoudig de lasten in een bepaalde gemeente kan laten uitrekenen en vergelijken met die in een andere gemeente. Een pdf van de atlas vindt u hier. Het persbericht kunt u hier zien.

Voor vragen kunt u contact opnemen met Corine Hoeben, 050-3633766 of mailen naar coelo@rug.nl

30 maart 2023