Woningcorporaties kunnen besparen op bedrijfslasten

Een derde van alle woningen in Nederland is eigendom van woningcorporaties. Jacob Veenstra onderzocht in zijn proefschrift een aantal fundamentele thema’s waar corporaties mee te maken hebben.

Woningcorporaties kunnen (over de periode 2002-2012) naar schatting zo’n 25 tot 30 procent besparen op hun bedrijfslasten, als ze allemaal net zo efficiënt zouden zijn als de meest doelmatige. Circa de helft van deze ondoelmatigheid wordt veroorzaakt door het opereren op een te grote schaal. De fusiegolf van de laatste decennia lijkt dus te ver doorgeschoten.

Uit het proefschrift blijkt ook dat het garantiestelsel voor corporaties tot grote voordelen leidt. Vanwege het stelsel besparen corporaties jaarlijks zo’n 0,7 tot 1 miljard euro op hun rentekosten. Die besparing is veel groter dan de saneringssteun van gemiddeld 68 miljoen euro per jaar (tussen 1990 en 2012) om corporaties te redden.

Het laatste deel van het proefschrift richt zich op het huurbeleid van corporaties. De huur(verhoging) van sociale huurwoningen is wettelijk begrensd tot landelijke maxima. Een hogere huurstijging is alleen mogelijk bij verhuizing van de huurder of bij woningverbetering. Het blijkt echter dat wanneer de kwaliteit van het bezit stijgt, de huur/kwaliteit-verhouding juist daalt. Woningverbetering wordt door corporaties dus niet gebruikt om extra opbrengsten te genereren. Ten slotte stelt Veenstra vast dat de huurverhoging van een corporatie deels afhangt van de huurverhoging van naburige corporaties.

Het hele proefschrift kun u hier downloaden. Klik hier voor het persbericht.

8 september 2016