Voorkomt herindeling een teveel aan samenwerking?

Maarten Allers

Presentatie

Er wordt vaak gedaan alsof herindeling en samenwerking communicerende vaten zijn. Als je meer krijgt van de een dan krijg je minder van de ander. Beide zijn een manier om de schaal te vergroten en hebben voor- en nadelen. Een belangrijk nadeel is dat samenwerking zich deels onttrekt aan democratische besluitvorming. In het regeerakkoord staat dat gemeenten die te veel samenwerken moeten herindelen. De veronderstelling is dat grotere gemeenten minder samenwerking en dat herindeling leidt tot minder samenwerking. Als onderzoeker vraag je je dan meteen af of dat zo is. Er zijn gegevens voor handen om dit uit te zoeken.

Als we de mate van samenwerking in een gemeente (gedefinieerd als het percentage van de totale uitgaven dat via samenwerking verloopt) afzetten tegen het aantal inwoners dan blijkt hier geen verband tussen te zijn. Ook grotere gemeenten werkten veel samen met andere gemeenten.
Maar misschien vermindert de samenwerking na een herindeling wel. Dan zou je via herindelingsbeleid de mate van gemeentelijke samenwerking kunnen beïnvloeden. Allers laat een grafiek zien die toont dat gemeentelijke samenwerking in het jaar van herindeling inderdaad sterk daalt. Maar dat is misleidend. In de drie jaren voor herindeling is de mate van samenwerking namelijk eerst sterk toegenomen. Dat is logisch: gemeenten die samen worden gevoegd bereiden zich daarop voor en doen in de aanloop naar herindeling al veel samen. Over een langere periode bezien blijkt herindeling verrassend genoeg geen effect te hebben op de mate van samenwerking van gemeenten. De genoemde uitgangspunten in het regeerakkoord lijken dus niet te kloppen. Als het kabinet samenwerking wil verminderen moeten we beter weten waarom gemeenten eigenlijk samenwerken.
Die vraag wordt vervolgens aan het publiek gesteld. De met afstand meest gegeven antwoorden zijn: vanwege de kwaliteit en kostenbesparing.

Lees hier de column en het betoog dat Maarten Allers over dit onderwerp schreef. Lees hier het nieuwsbericht op gemeente.nu.

Klaas Abma, gemeente Súdwest Fryslân

reageert vanuit de praktijk. Hij heeft in het verleden een onderzoek uitgevoerd waarin het effect van herindelen werd geëvalueerd. Ook toen bleek al dat het aantal samenwerkingsverbanden na een herindeling niet daalt. Er zijn ook zeker voordelen aan samenwerken. Súdwest Fryslân is gefuseerd in 2011 en heeft ongeveer 90.000 inwoners. Het aantal samenwerkingsverbanden nam na de herindeling echter toe. Er zijn dan ook meer taken naar gemeenten gegaan. Voor een deel van de samenwerkingsverbanden geldt dat die vrijwillig worden aangegaan omdat je met een grotere groep gemeenten meer kunt bereiken. Dat geldt bijvoorbeeld voor de inkoop van ICT. Andere samenwerkingsverbanden, zoals de veiligheidsregio’s worden door het rijk opgelegd. Er zijn ook taken die mogelijk beter in samenwerking met andere gemeenten kunnen worden uitgevoerd, zoals afvalinzameling en –verwerking, maar het kan een politieke keuze zijn om dit in eigen beheer te willen houden.

Koenraad de Ceuninck, Universiteit Gent, geeft in zijn reflectie aan dat in België ook discussie bestaat over het aantal samenwerkingsverbanden tussen gemeenten en herindelingen. De afgelopen 42 jaar hebben er in België geen herindelingen plaatsgevonden. Per 1 januari 2019 zijn er vijftien gemeenten die vrijwilliger fuseren. De belangrijkste reden om te fuseren was dat er te veel samenwerkingsverbanden waren en dat daardoor de democratische legitimiteit in gevaar komt.

In 2012 is in Vlaanderen het aantal samenwerkingsverbanden geteld. Dat bleken er 2229 te zijn, 68 per gemeente. Ook bleek uit het onderzoek dat grotere gemeenten betrokken waren in meer samenwerkingsverbanden dan kleinere gemeenten. Samenwerking wordt in Vlaanderen net als in Nederland deels opgelegd door provincies en de Vlaamse overheid, deels wordt het gestart van onderaf.