Totale decentrale lasten

Algemeen

Inwoners betalen belasting aan zowel de gemeente, als de provincie en het waterschap. We geven in dit deel van deze atlas daarom ook een beeld van de totale decentrale lasten. Zo’n totaalbeeld is de som van de bedragen die huishoudens jaarlijks aan de verschillende decentrale overheidslagen moeten betalen, puur omdat zij ergens wonen en een auto bezitten.

Complicaties berekenen totaalbeeld

Een dergelijk totaalbeeld schetsen blijkt echter complex. Simpelweg sommeren blijkt niet mogelijk. Dat komt door de waterschappen.[i] Allereerst vallen waterschapsgrenzen niet altijd samen met grenzen van provincies en gemeenten. Binnen circa 50 gemeenten zijn twee, soms zelfs drie waterschappen actief en betalen huishoudens dus verschillende tarieven afhankelijk van waar zij precies wonen. In deze gevallen kan per gemeente wel een (naar inwonertal) gewogen tarief worden berekend.

Een tweede complicatie is dat waterschappen tarieven voor eigenaren van gebouwen en grond kunnen differentiëren. Het tarief dat een eigenaar van een gebouw of grond betaalt hangt dan af van de ligging binnen het waterschap.[ii] In 2025 passen 10 waterschappen (48 procent) tariefdifferentiatie toe voor eigenaren van gebouwen.

Samenstelling totale decentrale lasten

De totale decentrale lasten zoals deze hier worden gepresenteerd bestaan voor huurders uit de afvalstoffenheffing en in een deel van de gemeenten een rioolheffing (gemeente), provinciale opcenten en de zuiveringsheffing en de ingezetenenheffing van de waterschappen. Voor eigenaar-bewoners komen hier de ozb (gemeente) en heffing gebouwd (waterschap) nog bij.

 

Naar de kaarten

Naar het totale overzicht van de atlas


[i] Zie ook C. Hoeben (2017), Totale decentrale lasten huishoudens in kaart gebracht, ESB, 102 (4745), 12 januari 2017, blz. 42-44.

[ii] Vóór 2009 was het verplicht om tariefdifferentiatie toe te passen als het belang dat eigenaren bij het waterschapswerk hadden van plek tot plek verschilde. Ieder waterschap stelde hierbij zelf de mate van differentiatie vast. Dit kon ertoe leiden dat belastingbetalers in lagergelegen gebied meer betaalden, omdat het waterschap voor hen wél en voor de rest van het gebied geen water weg hoefde te pompen. Sinds de wet Modernisering Waterschapsbestel (2009) is tariefdifferentiatie niet langer verplicht en is wettelijk vastgelegd wanneer tariefdifferentiatie kan worden toegepast en wat de maximale differentiatie is.

60 Totale decentrale lasten huurder meerpersoonshuishouden

Algemeen

Kaarten 60 tot en met 63 laten zien welke bedragen huishoudens in totaal betalen aan de gemeente, de provincie en het waterschap en in welke mate dit is veranderd. Op kaart 60 en kaart 61 worden de totale lasten en de ontwikkeling hiervan weergegeven voor huishoudens met een huurwoning en op kaart 62 en kaart 63  voor eigenaar-bewoners. In beide gevallen gaat het om meerpersoonshuishoudens.

Totale decentrale lasten huurders

Kaart 60 laat zien dat de totale decentrale lasten voor huishoudens met een huurwoning in Zuid-Holland vaak hoog zijn. In delen van Limburg en het oosten van Brabant zijn deze vaak laag. De lasten zijn met 620 euro het laagst in Nijmegen. Dit komt voornamelijk doordat de gemeente ervoor kiest om de gemeentelijke woonlasten vooral op te leggen aan huiseigenaren (zie voor de gemeentelijke woonlasten voor huurders kaart 32). De waterschapslasten (Nijmegen maakt deel uit van Rivierenland) zijn niet opvallend laag. Een meerpersoonshuishouden betaalt er in 2025 211 euro voor de zuiveringsheffing (kaart 50) en 142 euro voor de ingezetenenheffing (kaart 52). Autobezitters betalen in Gelderland voor een personenauto met een leeggewicht van 1.150 kilo die rijdt op benzine 233 euro (kaart 48).

De lasten voor huurders zijn het hoogst in Wassenaar. Huurders betalen hier 1.471 euro. Wassenaar heeft het hoogste tarief voor de afvalstoffenheffing en heeft daardoor de twee na hoogste gemeentelijke woonlasten voor huurders, namelijk 817 euro (zie kaart 32). De gemeente ligt voor het grootste deel in het beheergebied van Rijnland. Dit waterschap heeft de drie na hoogste lasten voor huurders (420 euro, zie kaart 56). Autobezitters betalen in Zuid-Holland voor een personenauto met een leeggewicht van 1.150 kilo die rijdt op benzine 233 euro (kaart 48), net als in Gelderland.

Gemiddeld betaalt een huurder in 2025 1.051 euro. Dat is 51,28 euro (5,1 procent) meer dan vorig jaar.

 

Figuur bij kaart 60 Totale decentrale lasten huurder gerangschikt van laagste naar hoogste

 

Volgende

Naar de algemene tekst over totale decentrale lasten

Terug naar overzicht